HF-installatie in boten en schepen – Complete gids voor maritieme radio

Hoe u een HF/SSB-station, antenne en aarding installeert voor veilige communicatie op zee

Een maritiem HF-station wordt gebruikt voor communicatie met kustradiostations en andere schepen. De apparatuur moet goedgekeurd zijn en voldoen aan de geldende eisen. HF-stations mogen niet worden gebruikt voor amateurradio, en amateurradiostations mogen niet worden gebruikt voor contact met kustradiostations of schepen.

Om via een maritiem HF/SSB-station uit te zenden, is een radiotelefoniecertificaat vereist, dat wordt verkregen na training en examen bij Stockholm Radio. Dit certificaat is niet geldig voor amateurradio.

Aansluiting van antennetuner

Aansluiten met coaxkabel, bijvoorbeeld RG-58 (tot 30 m) of RG-213 voor hogere sterkte. Creëer een RF-choke door de coax 10–15 windingen (100–150 mm diameter) aan beide uiteinden te wikkelen. Gebruik indien nodig ferrietkernen om HF-storingen te verminderen.

Antenne

Meestal wordt een gestripte stag gebruikt als antenne-element, 10–18 m lang. De tuner wordt aan het begin van de antenne geplaatst. Het is belangrijk dat de antennekabel vrij hangt en niet tegen geaarde voorwerpen aanligt.

Aarding

De aarding is cruciaal voor een goede werking. Sluit de aardingsschroef van de antennetuner aan op de zee via gesinterde bronzen platen onder de waterlijn. Gebruik dikke geleiders (6–20 mm²) of koperband voor lage impedantie.

Het radiostation

HF-stations vereisen 12 V en ongeveer 20 A bij het zenden. Sluit direct aan op de accu met dikke kabels. Vermijd het gebruik van de romp als minpool. Controleer op corrosie en houd het elektrische systeem zwevend.

Problemen en oplossingen

Korte antenne en slechte aarding kunnen storingen veroorzaken. Los dit op door alternatieve aarding, ferrietkernen of verlaagd vermogen. Een reserveantenne kan een telescopische hengel met kabel zijn.

HF-radio op zee

HF-radio biedt veiligheid en communicatie op open zee. De noodfrequentie 2182 kHz heeft een bereik van 100–300 km. Mogelijkheid om weerfaxen te ontvangen, naar radio-uitzendingen te luisteren en contact te houden met andere zeezeilers.