Probleemoplossing Raymarine Evolution-stuurautomaat – Stap-voor-stap gids

|27/03, 2024

Probleemoplossing Raymarine Evolution-stuurautomaat – Stap-voor-stap gids

Optimaliseer instellingen, controleer veelvoorkomende oorzaken en neem SeaTalkng-gegevens op voor analyse.

Stuurautomaten zijn complexe systemen die worden beïnvloed door sensorgegevens, scheepssnelheid, stuureigenschappen en het weer. Als de besturing niet werkt zoals het hoort, komt dit meestal door instellingen of inkomende gegevens – niet door hardwarefouten. Hier is een snelle gids om het probleem te vinden en op te lossen.

Controles voordat u SeaTalkng-gegevens opneemt

Voordat u gegevens logt, controleert u het volgende (Calibration Lock = Off):

  • Hard-over tijd: Cruciaal voor EV-100/EV-200 zonder roerreferentie. Standaard 10 seconden – pas aan de hand van de besturing van uw boot aan (Menu > Setup > Autopilot calibration > Drive settings).
  • Snelheidsgegevens: Kies Speed Over Ground (SOG) voor de beste resultaten.
  • Scheepstype: Test verschillende typen in Vessel Settings voor optimale prestaties.
  • Softwareversie: Update naar de nieuwste versie via MFD of Wi-Fi.
  • Kompas kalibratie: Voer Restart Compass uit na verplaatsing of omgevingsveranderingen.

Waarom SeaTalkng-gegevens loggen?

Een opname geeft tijdgestempelde informatie over:

  • Koers versus GPS-koers
  • Snelheid door water versus over grond
  • Stuurautomaatmodus (Standby, Auto, Track)
  • Gevraagde/werkelijke roerhoeken
  • Yaw, pitch, roll, windgegevens
  • Alarmen en foutmeldingen

Met deze gegevens kunnen we uw reis analyseren en de oorzaak van het probleem identificeren.

Hoe u SeaTalkng-gegevens opneemt

Lighthouse 4:

  1. Home > Settings > Network > Diagnostics > NMEA devices and messages. Kies opslaglocatie en druk op Start Recording.
  2. Druk op Back en Refresh om apparaten te pollen.

Lighthouse 2:

  1. Home > Setup > Maintenance > Diagnostics > Interfaces > Record File. Start opname.
  2. Polle apparaten via Select Device.

Wanneer de opname bezig is:

  • Laat de stuurautomaat draaien totdat het probleem zich voordoet (log minstens enkele minuten).
  • Stop de opname en schakel de Debug Mode uit.
  • Voeg de logbestanden met probleemomschrijving toe aan Raymarine Support.

Als u geen LH2/LH3 MFD heeft

Neem contact op met een geautoriseerde Raymarine-technicus of support voor hulp bij opname via een externe datalogger.

Geldt voor:

Alle SeaTalkng-aangesloten stuurautomaten, inclusief de SPX-serie en Evolution.

Nadat u de log heeft gemaakt:

Stuur deze naar de technische ondersteuning van Raymarine via Ask Raymarine samen met een gedetailleerde beschrijving van het probleem.