Meerdere SmartSolar-regelaars configureren – Zo doet u dat met een VE.Smart-netwerk

|31/05, 2022

Meerdere SmartSolar-regelaars configureren – Zo doet u dat met een VE.Smart-netwerk

Stap-voor-stap-gids voor het configureren van meerdere SmartSolar-regelaars in een VE.Smart-netwerk voor gesynchroniseerd opladen van zonnepaneelladers en accubank.

Er zijn veel situaties waarin het voordelig is om meerdere SmartSolar-regelaars te gebruiken om dezelfde accubank op te laden. Door ze in een VE.Smart-netwerk te verbinden, kunt u ze laten werken als één grote lader. Hier leggen we uit hoe het werkt, wanneer het nodig is en hoe u het systeem stap voor stap configureert.

Waarom een VE.Smart-netwerk gebruiken?

Wanneer u meerdere SmartSolar-laadregelaars in een VE.Smart-netwerk aansluit, wordt het laadalgoritme automatisch gesynchroniseerd. De laders schakelen tegelijkertijd tussen laadfasen, bijvoorbeeld van bulk naar absorptie, zonder extra hardware. Dit zorgt voor een gelijkmatigere en efficiëntere lading.

Hoe werkt synchronisatie?

De laders kiezen een master die het laadalgoritme aanstuurt. De master zorgt ervoor dat alle laders dezelfde spanningssetpoint en laadstatus hebben. Belangrijk: de accu-instellingen moeten identiek zijn op alle laders. De stroomsterkte wordt echter individueel geregeld door elke lader, afhankelijk van de PV-array, kabelweerstand en maximale instelling.

Aan het begin van de dag meet de master de nullastspanning van de accu voordat het laden begint. Deze informatie wordt gebruikt om de absorptietijd te berekenen en wordt gedeeld met de andere laders. Als de master wordt losgekoppeld (bijv. de zon gaat onder), kan het algoritme worden hervat door de andere laders.

Wanneer is synchronisatie niet nodig?

Er zijn systemen waar synchronisatie niet nodig is, bijvoorbeeld:

  1. ESS-systemen met beheerde accu's (CAN-bus).
  2. ESS-systemen met onbeheerde accu's waarbij de omvormer de laders aanstuurt.
  3. Systemen waarbij de BMS van de accu het laden al regelt.

Stap-voor-stap: VE.Smart-netwerk configureren

1. Smart Battery Sense of BMV instellen
Open VictronConnect, sluit het apparaat aan en ga naar Instellingen → VE.Smart Networking. Klik op Netwerk maken, voer een naam in en sla op.

Victron VE.Smart configuratie stap 1

2. SmartSolar-laders aansluiten
Ga naar de Solar-lader → Instellingen → VE.Smart Networking → Bestaand netwerk koppelen. Kies het netwerk dat u hebt gemaakt.

Victron VE.Smart configuratie stap 2

3. Werking controleren
Controleer of de VE.Smart Networking-pagina gegevens toont en of het netwerkpictogram zichtbaar is op de hoofdpagina.

Victron VE.Smart statusVictron VE.Smart netwerkpictogram

Tips voor het beste resultaat

  • Zorg ervoor dat alle laders dezelfde accu-instellingen hebben.
  • Gebruik Smart Battery Sense voor correcte temperatuur- en spanningscompensatie.
  • Indien maximale stroombegrenzing nodig is – gebruik een GX-apparaat met DVCC.

Lees meer in de handleiding voor Smart Battery Sense.