De basisprincipes voor het bouwen van een NMEA 2000-netwerk – Kabeltypes, apparaatlimieten en terminatie

Leer de drie belangrijkste principes voor een stabiel NMEA 2000-netwerk: de juiste kabels en connectoren, het juiste aantal apparaten en de juiste terminatie voor veilige communicatie.

Het bouwen van een NMEA 2000-netwerk kan ingewikkeld lijken met alle normen en specificaties die moeten worden gevolgd. Maar als u de basisprincipes begrijpt, wordt het proces aanzienlijk eenvoudiger. Hier bespreken we drie belangrijke principes die ervoor zorgen dat uw netwerk stabiel functioneert en correcte gegevens levert.

1. Kabel- en connectortypes

NMEA 2000 gebruikt de DeviceNet-standaard voor kabels en connectoren, wat de installatie eenvoudiger en compatibeler maakt. Er zijn drie hoofdtypen kabels:

• Micro/Lite-kabel: Max. backbone-lengte 100 m, hogere kabelweerstand, lagere stroomcapaciteit.
• Mid-kabel: Ondersteunt hogere stroom, maar de capaciteit varieert afhankelijk van de connector.
• Heavy/Mini-kabel: Kan tot 8 Amp aan dankzij dikkere geleiders en lagere weerstand.

Merk op dat de maximale lengte voor een enkele dropkabel 6 m is en dat de totale som van alle dropkabels niet meer dan 78 m mag bedragen. Voor grotere installaties is zorgvuldige planning vereist om problemen met spanningsval en stroomvoorziening te voorkomen.

2. Aantal apparaten in het netwerk

Een NMEA 2000-netwerk kan tot 50 fysieke apparaten (nodes) en in totaal 252 adressen hebben. Het verschil komt doordat sommige apparaten meerdere bronadressen (virtuele apparaten) kunnen gebruiken. Onze https://digital-skipper.se/overvakning-kontroll/signalomvandlare/multiplexer-och-buffrar-nmea-0183/actisense-w2k-1W2K-1 NMEA 2000 Wi-Fi Gateway kan bijvoorbeeld één adres gebruiken voor het fysieke apparaat en extra adressen voor geactiveerde dataservers.

Indien nodig kunnen bruggen worden gebruikt om beperkingen te overbruggen, maar dit is een geavanceerder onderwerp dat we in een apart artikel behandelen.

3. Correcte terminatie

Terminatie is cruciaal om signaalreflecties te voorkomen die communicatieproblemen kunnen veroorzaken. Een correct afgesloten netwerk moet één 120 ohm ¼ watt terminator aan elk uiteinde van de backbone hebben. Op zeilboten kan dit een uitdaging zijn als de backbone de mast in gaat – in dergelijke gevallen kan een inline-terminator als alternatief worden gebruikt.

Extra tips voor een stabiele installatie

• Plan het netwerk zorgvuldig vóór installatie.
• Bereken spanningsval en stroomverbruik voor grotere systemen.
• Documenteer het netwerk met gedetailleerde diagrammen voor eenvoudiger onderhoud.
• Gebruik kwaliteitskabels en connectoren die voldoen aan de DeviceNet-standaard.

Wilt u zich verdiepen? Lees ons artikel: https://digital-skipper.se/blogg/grunderna-for-att-bygga-och-testa-ditt-nmea-2000-natverkDe basisprincipes voor het bouwen en testen van uw NMEA 2000-netwerk of download de https://actisense.com/complete-guide-to-building-an-nmea-2000-network/Actisense complete gids als e-boek.